Verzamel u rare snuiters & vreemde vogels
Hubert Van Eygen is geboren in 1961, heeft in Leuven een opleiding Germaanse filologie gevolgd en is levenslang begaan met taal. Hij is ook sociaal geëngageerd en zet zich in voor de gemeente Kinrooi. Hubert heeft bij Amnesty International gewerkt en Amandla Mandela zaliger was zijn grote idool. Hij schrijft vooral poëzie.
In zijn tijdschrift Weirdo's publiceert hij gedichten en teksten van mensen die opvallen in hun manier waarop ze de wereld aangaande haar toekomst toetsen. Hubert draagt, samen met zijn weirde ploeg, opmerkelijke, soms verbazingwekkende gedichten voor die niet rijmen. Hij vond zijn eega al vroeg en zij is nog steeds diegene die zijn teksten naleest en verbetert. Zij zijn 40 jaar getrouwd (2023).
Hubert stuurt al jaren zijn eigen weirde gedachten en die van anderen via zijn tijdschrift Weirdo's de wijde wereld in. Mogen de rare kwasten deze site gemakkelijk ontdekken, en daar is niets weirds aan. Een abonnement op zijn tijdschrift is een goede investering.
Hubert schrijft gedichten sinds 1976. In 1979 publiceerde hij zijn eerste gedicht in het leerlingenblad Skapade van het Heilig-Kruiscollege te Maaseik. Zijn eerste officiële publicaties in literaire tijdschriften dateren van 1982 (Initiatief, 't Kofschip, Poëziekrant en Yang). Daarna publiceerde hij nog gedichten, essays en recensies in meer dan 50 Vlaamse en Nederlandse tijdschriften waaronder Amnesty Nieuws, Appel, Bries, Deus ex Machina, Dietsche Warande & Belfort, 't Kandelaartje, Koerier, 't Kofschip, Kruispunt, Leuvense Letters, Oostland, Portulaan, Randschrift, Telepro, Vitrine, Wel en Zefier.
Hubert publiceerde Tussen blad en pen (1982), Onmiddellijk ervaren en cultureel geconditioneerd symbool (1983), Alternantie (1984), Gevangen Gedichten (1985), Als het leven een gedicht is (samen met Frank Moyaert, 1988), Voorlopig testament (1990), Het kind in de veewagen naar nergens (1995), Is de dichter een dwaas? (1998), Gewoon goddelijk weird (2007) en Thuis komen (in de chaosmos) (2019).
In Weirdo's publiceert hij gedichten en teksten van inzenders die zich de toekomst van de literatuur van de gewone man aantrekken. Met het blad, dat hij al 37 jaar zelf uitgeeft, wil hij het literaire wereldje in Vlaanderen en Nederland wijzen op de relativiteit van al de narcistische pogingen om de massa aan te zetten tot het lezen van navel-literatuur.