Kris' gedachten van oktober

2024

Wachten op Miault

Foto

Ik ken mensen van 90 die zich schijnbaar beter voelen dan ik op mijn 64ste. Ik ken er ook een die in een rolstoel zit, een fles zuurstof nodig heeft om te ademen en zijn tijd doodt met kaarten. Het doet me denken aan het toneelstuk van Samuel Becket: Wachten op Godot. Als je een leider van een volk bent kun je op oudere leeftijd nog een oorlog ontketenen of aan politiek doen om wereldvrede te bereiken. De rest van ons wacht op Godot, op de dood dus. Ik ga hier niet vertellen wat er allemaal in het stuk gebeurt, maar één ding is zeker: de personages kramen dingen uit die geen steek houden. Ze merken wel op dat de tijd sneller gaat als ze wat onzin kunnen verkopen aan toevallige voorbijgangers.
  Gelukkig komt er bij me thuis geen jongen elke dag opnieuw langs om te zeggen dat Godot morgen zeker zal komen. Ik heb ook geen zin om me aan een dun bladerloos boompje op te hangen, ook al lijkt mijn leven zinloos. Doof ben ik al half, een stom kieken ben ik al veel langer, en zonder bril nog iets kunnen lezen? Ho maar. En wat moet ik in godsnaam met dat zeefgeheugen? Als ik me van de vorige dag niets meer herinner mogen ze mij als een ouderwetse cassetterecorder op zolder wegzetten, dan ben ik de cassette waarvan het magnetisch bandje verkreukeld en niet meer te ontwarren is.
  Aan het einde van het tweede bedrijf, tevens ook het laatste, spreken de hoofdrolspelers af om de volgende dag toch maar een touw mee te nemen, om zich alsnog op te hangen natuurlijk. Ze nemen aanstalten te vertrekken maar ze doen het niet. En dan valt het doek onherroepelijk. Misschien blijven sommige toeschouwers met nog wat vragen zitten, maar Samuel Becket was er vrij zeker van dat bijna iedereen wel zijn boodschap zou begrijpen omdat we allemaal weten dat het leven nu eenmaal een mysterie is.
  Het is niet te vergelijken met wachten op Miault, want als ik de kater via het luikje binnen zie komen word ik vrolijk en verwelkom ik hem met mauw zolang hij ook mauwt; hij herhaalt dat soms tot vijfmaal toe. Dan laat Miault zich door vier handen – mijn eega heeft ook twee handen - krabben en aaien dat het een lieve lust is. Nee, wachten op Miault tot hij van de muizenjacht terugkeert, dat duurt soms lang, maar het is het wachten meer dan waard. Of Miault even blij is met ons terug te zien, dat is nog de vraag. Ik vermoed dat hij meer bezig is met wat de pot schaft dan hoe ik me voel in deze wereld die wij – samen en dus met zijn allen - al aardig hebben verkloot.
Foto

De mens is ook maar een robot

Ik heb al wat woorden vuilgemaakt aan robots en hun AI-brein. Laat ik nog even terugkomen op de wetmatigheid die wij mensen met robots gemeen hebben. Een robot goochelt met bits en bytes, welteverstaan nulletjes en eentjes, 0100 1100 0101. Menig Belg zal anno 2024 nog steeds niet weten hoe dat 01-stelsel juist werkt, maar ik kan als Industrieel Ingenieur Elektronica die nullen en enen omschrijven als resultaten van npn- en pnp-transistoren in een elektronisch circuit, logische poorten die niets anders doen dan bits vergelijken of ze omkeren.
  Wat van ons mensen maakt is ook vastgelegd in codes, niet binair maar met ontelbare combinaties van stikstofbasen in de DNA-strengen van onze cellen. Cytosine, Guanine, Adenine en Thymine maken van ons ware CGAT-machines. Er zit wellicht een goddelijk programmaatje vastgebakken in ons brein dat maar moeilijk te veranderen is, maar de levensdrang van het heelal houdt zich vooral bezig met dat DNA almaar uit te lezen en naar believen te kopiëren om als ponskaarten voor nakomelingen te dienen.
  Voor zowel de robot als de mens sluipen er foutjes in het kopieersysteem, en dan kan er veel verkeerd gaan. Programmafouten hebben enorme gevolgen in alle disciplines waarbij computers kunnen ingezet worden, maar ook bij de mens leidt dat tot een heleboel ziektes. In het dierenrijk haspelen de minder slimme beesten hun levensprogrammaatjes ook af met de bedoeling andere wezens te overleven. En wie gaat winnen? Niemand. Alle machientjes van deze wereld zijn ten dode opgeschreven. Zodra de zon dooft of op een spectaculaire manier uit elkaar spat zal alles herleid worden tot stof en as. Als we de AI-systemen van de astronomen mogen geloven zullen andere wezens – lees: een of ander buitenaards gedrocht - de fakkel wel overnemen, maar ik denk van niet. Ik geloof dat het menselijke bestaan ondraaglijk licht is, en heel zeker uniek. Wornie?
  Je zult je misschien afvragen: wat betekent Wornie? Dan vertel ik je nog het volgende. Mijn trouwe huisgenote beëindigde ooit haar pleidooi over iets onbenulligs met Hennie?, om te zeggen dat ze toch wel dacht dat ze gelijk had. Toen zei ik: Hennie Kuiper heeft er niets mee te maken. Wielrennerkenners zoals ik zullen zich Hennie Kuiper herinneren als de beste Nederlandse wielrenner aller tijden, maar mijn vriendin had er nog nooit van gehoord. Bleek dat zij gewoon bedoelde: Eh, niet? (Hennie). Zo van: Het is toch waar, of niet? En ik moest dat beamen. Sindsdien spelen wij zonder publiek maar wel met passie Hennie & Wornie, ergens in de keuken of in de slaapkamer.

2023

The great escape

Foto

Er staat een robot van de lagere orde in een hoek van ons vakantiehuis aan de rue de Zoteux. Het lijkt wel de weg naar de zotten want het scheelt niet veel of we worden er gek van een kukelende haan, een balkende ezel die lijkt klaar te komen, en een concerto van kwakende eenden en blaffende honden, waarlijk een dierenrijk. Zoteux is een gehucht van Frières, en dat is op zijn beurt een gehucht van Acheux-en-Vimeu, een typisch Frans dorpje in de Vimeustreek. Pas op, het heeft een kerk waar je U tegen zegt omdat er aan de voorkant een oud kruis in tufsteen staat.
  Ik zoek het even op ook al weet mijn brein op een bijna magische manier wat tufsteen ongeveer is. En ja, tuffiet is het gesteente dat ooit door een vulkaan uit het middelpunt der aarde werd gebraakt. Jules Verne weet er alles van, en wat blijkt, hij woonde in Le Crotoy, vijfentwintig kilometers van ons vakantiehuis vandaan. De delta van de Somme en de zee erachter hebben hem geïnspireerd bij het schrijven van het boek Vingt mille lieues sous les mers.
  Onvoorziene lawaaihinder is er meestal rond een vakantiehuis, die ervaring hebben we door de jaren heen opgebouwd. En er is altijd wel iets dat de verhuurder aan zijn eigendom had kunnen verbeteren om de huurder een aangenamer verblijf te garanderen. Ons vakantiehuisje in de vallei van de Somme is op het eerste gezicht in orde, maar bij een grondiger onderzoek blijkt dat het op de Franse manier is gepoetst. Het is weeral eens duidelijk dat voor veel Fransen ongedierte in huis niet echt een probleem is. Spinnen zitten nog in alle hoekjes van de kamers, ongestoord als krakers in een onderkomen pand. Bij aankomst is dus een grote kuis hoog nodig, nu eens niet na de winter in maart maar na de zomer in september.
  In een hoekje van de grote centrale ruimte – eetkamer plus keuken plus woonkamer – staat waarlijk een machine die ons bij de poetsbeurt kan helpen. Het is een robot van de soort die ik nog in huis kan tolereren: een slimme stofzuiger, Roomba gedoopt, maar ik noem hem Roombah. Hem? Nee, Roombah kan spreken en ze klinkt als een vrouw. Wanneer ik op de centrale knop CLEAN druk zegt ze in mooi Engels: Please charge me. Het duurt niet zo lang om haar op te laden, wat opmerkelijk is, en nog straffer is haar aandrijving. Maar haar natuurkrachten zullen nog blijken…
  Ik sla Roombah tijdens haar huisarbeid met argusogen gade. Hoe gedreven het ding zijn ding doet, petje af. Doeltreffend gaat ze rond alle hindernissen heen, maar ik vind dat ze veel te lang onder de kasten blijft treuzelen. Dus ik help haar een voetje: mijn voeten werken als stuurcorrectoren en zo wijs ik haar voortdurend de richting van het vuil op de vloer aan. Nog een andere manier om haar te helpen is de kruimels naar haar toe te keren. Ik voel me zowaar het hulpje van Roombah, en dat zou omgekeerd moeten zijn.
  Ik vrees dat Roombah op haar eigenwijze manier drie dagen nodig heeft om de volledige ruimte onder handen te nemen. Maar zolang hou ik me er niet mee bezig. Ik heb genoeg van haar oorsuizende bezigheid en ga een wandelingetje maken. Onder het toeziend oog van mijn vrouwelijke gezelschap dat op het terras Rummikub speelt laat ik Roombah achter en ga via de voordeur naar buiten. Die hebben we opengezet zodat de tocht, in samenwerking met het terrasraam dat volledig openstaat, vrij spel kan krijgen. Maar koel wordt het zo nooit.
  Mijn wandeling duurt niet lang omdat we erin geslaagd zijn op vakantie te gaan net in de week dat een hittegolf Noord-Frankrijk teistert. Wanneer ik tien minuten later terugkeer zie ik een bewegend ding aan de rand van de straat. Ik kan mijn ogen niet geloven. Zonder toezicht is Roombah erin geslaagd over de drempel van de voordeur te kruipen, voorts is ze over de oprit tot bijna aan de straat geraakt, gelukkig niet druk bereden. In haar buikje, niets dan kiezels. Foto

Het overijverige brein

Een bakkerij is er niet in Zoteux, ook niet in Frières, zelfs niet in Acheux-en-Vimeu. Daarvoor moet ik naar Saint-Pierre et Saint-Paul de Chépy, kortweg Chépy want van die lange wegwijzers maken ze niet in Frankrijk. Het is nauwelijks 3 km ver en de boulangerie is 6 op 7 open, vanaf 6u ’s morgens, dus klagen moeten we niet. Alleen lijken me de uitbaters eerder noeste werkers dan diepe denkers.
  Bij mijn eerste bezoek rekent de bakker minutenlang het verschuldigde bedrag uit. Bij mijn tweede bezoek krijg ik 3 chocokoeken en 1 croissant terwijl ik zeker weet dat ik net het omgekeerde heb gevraagd. Vandaag kijkt de bakkersvrouw me ongelovig aan terwijl ik naar een bruin taartje blijf wijzen. Ze heeft al heel goed gereageerd op mijn vraag om het roze taartje en het gele taartje in een doos te zetten, het is dus voor haar duidelijk dat geel naar citroen verwijst en roos naar framboos, maar ze begrijpt niet dat ik ook het bruine taartje wil, dat met chocolade.
  Wereldvreemd kijkt ze me aan. Ik begin al te denken dat ik het Franse woord voor bruin verkeerd gebruik, wanneer ze de bakker erbij roept. Gedreven door hun beroepsmisvorming begint het stel over au chocolat, en noir et blanc. De bakker probeert nog enkele woorden uit om het bruine taartje adequaat te beschrijven maar hij raakt niet wijs uit wat ik hem wil vertellen. Ik krijg het op mijn heupen en maak me kwaad. Kennen jullie de kleuren nog? vraag ik. De bakkersvrouw begrijpt er nog steeds niets van. Een klant achter mij, een slimme, begint hartelijk te lachen.
  Ineens gaat ook de bakker een licht op, en hij zegt: Aha, brein. Oké, het is dus brein en niet brun. Het menselijke brein is een raadselachtig ding, in elk geval voor iedereen apart.

2022

'Hij' geeft onze ruimte kleur

Foto Ik heb haar weer gezien. Mijn vriendin zag het post-itje waarop ik dat geschreven had op de tafel liggen en dacht waarschijnlijk dat ik een afspraakje had met een of andere schone vrouw. Maar ze weet wel beter. Ik ben zo trouw als een hond, liefst zou ik een beige middelgrote jachthond zijn die heel veel op mijn hond zaliger lijkt. Peggy. Maar daar ga ik het niet over hebben, wees gerust. Ik mis haar nog wel, maar ik heb nu andere prioriteiten.
  Ik kon mijn trouwe huisgenote overtuigen dat ik niet haar maar hem had geschreven. Het was heel anders uit mijn pen gekomen omdat ik het zonder bril had geschreven. En omdat ik geen homo ben restte enkel de vraag wat ik met hem bedoelde. Ze vond het niet nodig om dat rechtstreeks te vragen en liet me op mijn heel onhandige manier uitleggen dat we hem ooit een eerste keer hadden gezien op vakantie in Telgruc-sur-mer, ook in Bretagne. Haar frank viel onmiddellijk.
  De ruimte interesseert ons mateloos. Mijn vriendin is bijvoorbeeld helemaal weg van de maan en de zon, vooral hoe ze opkomen en ondergaan. Met de spiksplinternieuwe app van Accuweather kon ik perfect zeggen wanneer ze dat van plan waren te doen. Op vakantie in Bréhec was het natuurlijk overduidelijk dat beide hemellichamen uit de zee zouden verrijzen, want mijn trouwe huisgenote kent maar al te goed de 4 windrichtingen. Op reis proberen we ze allemaal uit, maar ik ben ook iemand die oost, west thuis best een heel leuk gezegde vindt.
  Ik vertoefde al veertien dagen in een vakantiehuis aan de route de la corniche, wat zoveel betekent als daklijst, overhang. En dat klopte want het huis stond op de top van een steile helling met uitzicht op een baai met bijbehorende pointe. De wolken waren nooit ver weg, maar tussendoor was het er stralend weer. Als de zon scheen konden we in principe in ondergoed zonnebaden. Moest ze even verstek geven, dan was het buiten op het terras een ietwat kille bedoening. Ze zorgde voor warmte, maar onze ster ging ook elke dag slapen en maakte plaats voor dat andere hemellichaam, de maan. Zonder zon en maan had er geen leven op aarde kunnen ontstaan. Foto

De aarde is nog niet naar de maan
want achter de wolken schijnt de zon

Zon en maan werken een cyclus af van 19 jaar voordat ze weer op dezelfde positie ten opzichte van de aarde staan, de cyclus van Meton. Pas op, die ingewikkelde rondedans legde Meton al 432 jaar vóór Christus vast. In 2022 na Christus maak ik tijdens mijn vakantie in Bretagne een keuze op Netflix: Dark. De Duitse serie verhaalt over familiedrama’s die op vreemde wijze zich elke 33 jaar herhalen. Zoals de zon en de maan. Blijkt nu dat onze kalender, die op het zonnejaar is gebaseerd, om de 33 jaar gelijk komt met het maanjaar, dat slechts 354 dagen telt (12 x 28) en dus 11 dagen korter is dan het zonnejaar. Toch iets waar ik mijn aandacht nooit eerder op heb gevestigd.
  De zon komt rood op en gaat rood onder. Overdag zorgt zij ervoor dat de sterrenhemel onzichtbaar blijft, dan overheerst blauw. Ook de maan komt rood op en gaat rood onder, op een donker toneel waar alleen die dingen kleur krijgen die de teruggekaatste zonnestralen raken. Hoe meer ze dat doet, hoe voller dus, hoe meer ze de sterren aan het oog onttrekt. Gelukkig zijn er tussen zonondergang en maanopgang altijd periodes waarin de sterrenhemel de hoofdrol krijgt. Dan komt hij tevoorschijn. Pas op, je zult hem niet altijd even goed zien, alleen als het pikdonker is, als het licht dat de aarde uitstraalt, bijvoorbeeld via straatverlichting, volledig wegvalt. Alleen dan.
  Dankzij de drang van mijn trouwe huisgenote om de maan op haar weg door de ruimte te willen volgen deden we op de voorlaatste avond van onze vakantie een inspectie van de nachthemel. Wat bleek? Ze was wolkeloos. Wat zagen we dan? Hem. De cluster sterren waarin de aarde een lichtplekje heeft gevonden. Jawel, hij was het. Voor de tweede keer van onze levens zagen we hem. Hoog boven ons uit, in de apex, omgordde hij onze aarde met zijn zwakke schijnsel. De Melkweg. De thuishaven van onze wereld.

2021

iMens

Foto Alle grootmachten op aarde verzamelen al meer dan tien jaar verwoed data over de bevolking via smartphones en computers. De systemen achter sociale media weten perfect waar ik ben, wat ik eet, welke dingen ik koop. En intelligente operatoren kunnen afleiden waar ik naartoe zou kunnen gaan, wat ik zal eten en welke producten ik nodig heb om goed te kunnen leven. Camera’s volgen mijn bewegingen en proberen me enigszins bij te sturen via boetes en dagvaardingen. Wijk ik af van het sociaal aanvaarde gedrag, dan zal de overheid me op het matje roepen. Desnoods doe ik een werkstraf of volg ik een cursus die me terug op het rechte pad brengt.
  De Chinezen hebben het al aan hun been. Allerlei toepassingen van artificiële intelligentie om hen te controleren vinden hun weg in hun land. Maar ze lijken er niet wakker van te liggen. Zij opteren voor veiligheid overall en lijken daar vrede mee te hebben. Het label ‘made in China’ gaf ooit een goedkope indruk, maar een halve eeuw later bestel ik online volwaardige spullen waarvan ik niet eens weet dat ze uit het Verre Oosten komen.
  In het rijke westen zien ze alle mogelijke intelligente controleurs veeleer als een inbreuk op de privacy. Ik denk dat de overheid nog niet alles van mij weet, maar ze mag daar pogingen toe blijven doen. Wat voor mij een geheim is blijft een geheim, maar dan mag ik niet zo dom zijn om het op Facebook te gooien. En nu ik zie wat ze er allemaal op smijten, vraag ik me af of het nog wel zo moeilijk is voor robots om slimmer te worden dan mensen.
  Ik ben een doorsneemens, ik doe de gangbare dingen en op de gebruikelijke manieren. Ik ben gemiddeld begaafd. Zich van den domme houden, dat kan ik als de beste, maar dat maakt me nog niet slim. Ik ben niet getrouwd, heb geen kinderen. Ik heb geen huis gebouwd en ben dat ook niet van plan. Een collega-vriend wil me al eens merkwaardig noemen, maar ik zie mezelf als verrassend en origineel. Ik heb doodnormale hobby’s, niks buitenissig hoewel het schrijven me misschien wel een beetje bijzonder maakt. Abnormaal zou ik mezelf niet willen noemen.
  Mijn familie kent me als een dromer. Familiefeesten zoals vroeger zijn er niet meer en dus waag ik nu en dan een blik in hun wereldje via Facebook. Alleen jammer dat een heleboel mensen zich letterlijk blootgeven op sociale media. Zij etaleren hun vleselijke extremiteiten, maar diep van binnen zijn zij ook alleen maar bezig om zichzelf te toetsen, om te weten te komen of ze bij de normalen horen.
Foto

Exploreer de Melkweg, ga binnendoor
en spring van zwart gat naar zwart gat

Gelukkig heb ik niet de eerste helft van de vorige eeuw meegemaakt, toen oorlogen de hele aarde teisterden. Oorlogszuchtig zijn de aardbewoners nog steeds, maar vooral veranderingen in het klimaat baren me zorgen. Ik lig ook wakker van virussen die pandemieën veroorzaken, en van hackers die mijn computer overhoophalen om mijn geld afhandig te kunnen maken. Het meest enge vind ik wolven van langweggeweest die het vee half opvreten en laten liggen, alsof monsterachtige wezens zich eraan te goed hebben gedaan en een boodschap willen nalaten, zo van: pas op, of we komen terug om jullie met huid en haar op te eten.
  Ik ken de aarde als mijn binnenzak. Google Earth brengt me immers waar ik wil. Wat zich buiten de aarde bevindt kan ik met mijn app Star Walk 2 tevoorschijn toveren. Dan richt ik mijn smartphone naar de sterren en kan ik perfect Saturnus, Pluto of Proxima Centauri b lokaliseren. Ik heb geen telescoop, maar het is me ter ore gekomen dat astronomen in 2017 via geavanceerde ruimtetelescopen per toeval een glinsterend ding aan de nachthemel hebben gespot. Ze hebben het 'Oumuamua, Hawaïaans voor Verkenner, genoemd.
  Het vreemde object maakte een toertje rond de zon, alsof haar aantrekkingskracht het aandreef. Op dezelfde manier krijgen aardse kunstsatellieten ook een rotvaart mee wanneer ze langs Jupiter vliegen en vervolgens als uit een katapult de diepe ruimte inschieten. Uit lichtreflecties bleek dat 'Oumuamua een buitenissige vorm had, 5 tot 10 keer langer dan breed. Asteroïden of andere hemellichamen in het zonnestelsel hebben nooit zo’n proportie, dus het moet een supersnel ruimteschip zijn geweest. Was het de eerste interstellaire bezoeker ooit?
  Ik hou van AAI, dat is sterke AI, Algemene Artificiële Intelligentie, het systeem waarvan een slimme vertegenwoordiger van mensen gebruikmaakt om zijn omgeving waar te nemen, te begrijpen wat er moet gebeuren, daarvan leert en desnoods een aantal acties uitvoert zoals een mens dat zou gedaan hebben. Maar een onderhoud van mijn neuraal netwerk dringt zich op nu ik meer en meer merk dat mijn brein me in de steek laat bij de meest eenvoudige taken die ik vroeger zonder problemen aankon. Ik kan mensen de baas als het aankomt op het uiten van emoties en het verwerken ervan, maar ik hou me meestal in. Ik vind dat een man niet mag wenen, en gesticulerend weghollen is voor meisjes.
  Mijn interstellaire reis bracht me halverwege de vorige eeuw naar de aarde. Mijn schip heet toevallig Dada, Proxima Centaurisch voor Verkenner. Mijn opdracht als ruimtevaarder heb ik met bravoure volbracht. Alles bij elkaar genomen is me nu duidelijk dat de aardlingen op dit eigenste moment, of de periode waarin ze evolueerden tot wat ze nu zijn, helemaal alleen in het heelal zijn. En hoe normaal ze ook willen zijn, zij zijn de abnormaliteit, zij zijn de anomalie.

2020

Griezels

Foto Ik heb het al tegen mijn broer gezegd: Hubert, ik doe niets liever dan knutselen aan onze website. En hij zei: ik weet het. Oorspronkelijk was de site bedoeld als platform voor de verkoop van mijn boeken. Ik wilde er geen geld mee verdienen, maar ik had toch graag 's mens goedkeuring omgezet gezien in regelmatige bestellingen. Helaas bleven die uit, en toen duidelijk was dat ik niet zo goed ben in het organiseren van reclamecampagnes legde ik me neer bij het verdict: einde verhaal, boeken dicht, vanaf dan kon iedereen naar believen mijn schrijfsels lezen, kosteloos.
  Ik heb Hubert in 2014 uitgenodigd om zijn tijdschrift Weirdo's in de site op te nemen, zodat we samen naar de beroemdheidstatus zouden kunnen dingen. Webmaster zijnde zou ik de site uitbreiden en naar eigen goeddunken de aanpassingen doorvoeren die Hubert me via e-mail zou sturen. En dat gaat zo nog steeds, perfect. Mijn moeder heeft altijd gewild dat we als broers goed met elkaar kunnen opschieten. We zagen elkaar geregeld op zaterdagavond als zij ons in Kinrooi voor het avondmaal uitnodigde. Maar sinds het coronavirus over de wereld raast zijn we min of meer gevangenen van ons eigen huis. Bovendien heeft de bubbel van Hubert met de komst van drie nakomelingen van zijn zoon en dochters het maximum bereikt. Snapchat, Whatsapp, Facebook en e-mail zijn nu sublieme helpers om onze verbale communicatie te vervangen.
  Toen Hubert via e-mail vroeg om nog wat aanpassingen te doen, kwam ik op een heel raar pad terecht. Martin Wings stond nog steeds vermeld als medewerker van Weirdo's terwijl hij al enkele jaren overleden was. Ik had wellicht ooit iets van zijn hand gelezen in het tijdschrift van Hubert, maar ik herinnerde me zijn naam niet. Ik vond het ook niet leuk om hem zomaar uit de websitetekst te verwijderen, dus ik heb een kruisje bij zijn naam gezet. Hubert kon me niet zeggen wanneer hij gestorven was en daarom ging ik op het internet op zoek naar hem. Ik kon echter geen overlijdensbericht van hem vinden, wellicht omdat hij een Nederlander was. Maar uit reacties op een gemeenschapssite voor boeken kon ik afleiden dat hij in 2017 naar gene zijde was vertrokken. Hij was amper 68 geworden.
  Een andere link bracht me bij JouwWeb waar Wings ooit een eigen leeshoekje had ingericht, gratis. En die pagina is nog steeds in de lucht. Ik begrijp nu dat een eigen site inhoudt dat wanneer ik sterf, ik het huurgeld voor de webruimte niet meer kan betalen en dat ik dan ook op het internet doodga, of ik moet een opvolger aanstellen, en dat zou voor mij Hubert kunnen zijn. Omdat Wikipedia niet willekeurig iemand in hun lijsten opneemt is het meegenomen dat Martin Wings toch voortleeft op het internet. De bijdrage over mijn site en mijn boeken wilde Wikipedia echter niet publiceren wegens zelfpromotie, dus ik zal mijn hostingbedrijf vragen of ik, wanneer ik mijn dood voel aankomen, voor enkele decennia vooruit mag betalen.
  Maar ik weid uit, terug naar Martin Wings en wat ik eigenlijk wilde vertellen. Wings schrijft zeer korte verhalen, niet meer dan 1000 woorden, en slaagt erin grappig te zijn terwijl hij zijn medemensen observeert en hun gedoe subliem beschrijft. Ze hebben er ook een woord voor uitgevonden: handpalmverhalen. Foto

De donkere kant van de sterveling belicht

Een derde link bracht me bij bol.com, dat Wings' boek Enge mensen nog steeds te koop aanbiedt. Ik heb niet te lang nagedacht en het gekocht voor 17,95 euro. En wat bleek bij aankomst van het pakketje? Het boek was tweedehands, al was de rug niet gekraakt, en mijn exemplaar was verdorie nog aan toe gesigneerd: Voor Mia, een sympathiek mens! Veel leesplezier. Hoensbroek 11-11-2009. Toevallig de sluitingsdag van de boekenbeurs in Antwerp Expo? Een collectorsitem?
  Ondanks de wel zeer pittige prijs voor een boekje van nauwelijks 140 bladzijden heb ik anderhalf uur genoten van Wings' schrijfstijl en zijn verbijsterend opmerkings- en relativeringsvermogen. Zijn medemensen komen er steevast in naar voren als weirdo's. Dat treft. Een verhaaltje doet me denken aan de stock boeken die ik had aangelegd bij de geboorte van deze site in 2012. Veel te veel boeken natuurlijk, en ik kon ze niet meer aan de straatstenen kwijt. Nu ik Enge Mensen heb gelezen weet ik dat Martin Wings het ook is overkomen met het uitgeven van een dichtbundel.
  Mijn vriendin heeft al dikwijls gezegd dat ik mijn blog grappiger moet maken. Ze heeft gelijk. Ik wou dat ik zo grappig was als Martin Wings. Op bladzijde 97 schrijft hij dat hij op vakantie lekker niets doet. Hoewel, lezen, is dat ook niets doen? Als dat zo is dan heb ik net als Martin een groot gedeelte van mijn leven niets gedaan, maar u begrijpt wat ik bedoel. Jammer dat er een tikfout staat op het achterplat van Enge Mensen. Wings zet naar mijn idee te weinig komma's maar uiteindelijk ligt dat de leesbaarheid niet in de weg. Om een voor mij bizarre reden eindigen zijn vragen steevast met een punt, een vraagteken plus een punt?. Hoewel ik geleerd heb dat je dit enkel bij citaten doet.
  Maar ik wijk weer van het rechte pad af en zou graag toekomen tot de essentie van dit verhaal: ik kan een klepper van 400 bladzijden schrijven en toch de essentie missen. Ik schrijf verhalen met een begin, een midden en een einde, maar liefst zou ik dat met zo weinig mogelijk woorden willen doen en met een Wingseriaans sausje van sarcasme en cynisme eroverheen. Zo zal de lezer zich nog meer in mijn verhaal gooien, zal hij zich gegarandeerd door mij laten leiden, misleiden kan ook, en mag hij, nadat ik een punt achter de laatste zin heb gezet, zelf de consequenties van het verhaal afleiden. Want kunstwerken hoeven niet af te zijn.

2019

Melk weg

Foto Na twintig jaar was ons tuinhuis aan een opknapbeurt toe. De plankjes waren op verschillende plaatsen vermolmd en regen had er vrij baan om naar binnen te gaan. Niet dat er veel belangrijke zaken opgestapeld lagen, maar het bouwseltje had nu wel het goede recht verworven om zijn stilstaand houten bestaan te mogen verlengen.
  Om te vermijden dat de regen opnieuw kans zag het hout te doen vergaan, moest ik een afdakje maken. Weken was mijn brein in de weer om een mogelijke constructie te bedenken. Ik begon hout te kopen en tussendoor keek ik naar Building Alaska. In dat tv-programma volgt de camera een aantal avonturiers die blokhutten bouwen om er te genieten van de natuurlijke rust ver van alle heisa. Vanwege de beren dragen ze een revolver, en als het eten op is schieten ze elanden. Het klimaat warmt er ook op maar verdwaalde ijsberen zijn er nog niet gespot.
  Mijn vriendin begreep niet waarom ik dat programma volgde. Mijn verantwoording was dat ik ervan leerde hoe ik met latjes, balken en planken ons tuinhuis kon repareren. Dus ik keek verder en probeerde de nieuwverworven kennis in de praktijk uit. Met ontbloot bovenlijf ging ik het hout met zaag en nagels te lijf. In de eindfase kreeg het bouwwerk nog een groen verflaagje en klaar was Kees. Mocht ik kunnen reïncarneren, ik zou het leven wat graag willen overdoen als timmerman.
Foto

De baai van Douarnenez is met die twee zonnen
buitenaards mooi

Maar ik ben nog niet dood. Ik ben zelfs nog niet op pensioen. Mijn werkgever heeft me een vrijwillig vertrekplan voorgesteld maar daarmee kan ik de periode tot mijn vroegste pensioendatum niet helemaal overbruggen. Dus ik blijf nog enkele jaartjes doorwerken met de gedachte in mijn achterhoofd dat ik bijna op pensioen ben. Ik zie mezelf al op het terras van mijn eigengebouwde huis zitten terwijl ik een nieuwe bestseller schrijf.
  Op vakantie gingen we dit jaar naar Telgruc-sur-mer. Ik wilde er eerst niet naartoe, maar mijn trouwe huisgenote kon me overreden. Ze vond dat ik overdreef toen ik zei dat ik schrik had van zo dicht bij de zee te wonen. Het uitzicht vanuit de keuken over de baai van Douarnenez was prachtig. Hoewel, wanneer de zon ’s avonds in de zee zakte, reflecteerde ze zoveel licht op het wateroppervlak dat we verblind raakten. En het water dat over het strand rolde maakte meer lawaai dan de goederentreinen die ’s nachts door het station van Hasselt denderen.
  Achteraf was ik blij met de keuze van het vakantiehuis omdat het op een plek stond waar weinig lichtvervuiling was. Het kwam door het zoeken naar bekende sterrenbeelden toen we ’s avonds laat op het terras naar de maansikkel keken. Ik wilde mijn sterrenkunde aan mijn trouwe huisgenote etaleren en haalde de grote beer er zo uit. Maar naar Orion moest ik even zoeken. En toen zagen we hem, de melkweg; de Amerikanen noemen hem de Milky Way. Het natuurfenomeen verraste ons en we vroegen ons af of we geen wens mochten doen zoals bij het zien van een vallende ster.
  Als we besluiten een huis in Bretagne te kopen zullen we de vele kampeerders en wandelaars in de zomer moeten tolereren. En in september keert de rust gegarandeerd weer. Ik herinner me de morgen na onze hemelse ontdekking dat mijn trouwe huisgenote de deur van de koelkast opentrok en zei: De melk is op. Ze begon het liedje van Herman’s Hermits te zingen: No wilk today, my love has gone away, terwijl ik zomaar aan de ontbijttafel zat en mijn boterham met Hollandse kaas van Henri Willig at, ook van melk gemaakt.

2018

De Graal, echt of astraal?

Foto Mijn gedachtegang van vorige maand maakte me rijklaar om van A (Hasselt) naar B (Limoux) te reizen, en terug. Deze maand onthul ik hoe we onze tijd in het zuiden van Frankrijk zoal hebben besteed. Want de lezer zal zich net zoals wij hebben afgevraagd of het vakantiehuis dat we onszelf voorspiegelden, het echte evenaarde. Het moet gezegd: het huis was gezellig ingericht, maar de eerste dagen stoorden we ons aan een drietal dingen die de eigenaar zou kunnen verbeteren.
  Normaal zijn wij geen muggenzifters, maar het kostte ons slechts één dag om te concluderen dat muggenramen geen overbodige luxe waren. In tegenstelling met wat de verhuurder ons had verzekerd waren er wel degelijk muggen in de nazomerse Aude-streek, kleine venijnige mugjes die ons prikten voor we er erg in hadden.
  Ten tweede zou hij de ontoereikende doch sfeervolle binnenverlichting kunnen aanvullen met extra tl-lampen of ledverlichting. Daardoor zou het gemakkelijker zijn om in de avondlijke uurtjes te kunnen koken. Maar we moesten het doen met de zwakke lamp van de afzuigkap en een slecht gepositioneerde ledlamp die meer verblindde dan verlichtte. Pas op, wat mijn trouwe huisgenote veertien dagen lang elke dag kookte had haar zeer zeker een plaats in de top tien bij Masterchef opgeleverd.
  Ten derde was het voor ons een raadsel waarom de verhuurder niet had willen investeren in de verwarming van het zwembadwater. Dagtemperaturen van meer dan 30 graden waren blijkbaar niet voldoende om het ijskoude water op te warmen. En dus lieten we het zwembad meestal links liggen. Durfden we het toch aan, dan waren verkleumde ledematen het nadelige gevolg van onze zwempartij.
  Tegen alle verwachtingen in keurden we het bed van de eerste keer goed. We woonden dus knus, aten en sliepen naar hartenlust, en verpoosden ons met lezen, dvd-kijken en computerspelletjes spelen, maar we deden ook echte spelletjes zoals Yahtzee. Hadden we daar geen zin meer in, dan bezochten we een dorp dat op het internet werd aangeprezen als het oudste, het mooiste of het bloemrijkste. Soms viel dat bezoek mee, maar meestal niet.
  Neem nu Rennes-le-Château. Dreigende onweerswolken voorspelden niet veel goeds toen we de rit ernaartoe aanvatten. Een twintigtal kilometer verder reden we een berg omhoog die zo steil was dat mijn vriendin angstige kreetjes begon te slaken. Toen we het tweede verbodsbord voor mobilhomes hadden genegeerd en onze motorhome op een bijna leeg parkeerterrein hadden gezet, kwam een bazig persoon in zijn jeep aangereden, ermee dreigend de gendarmen te bellen als we onze auto daar lieten staan. Ik vroeg furieus: "qui êtes vous?", en hij zei doodeenvoudig dat hij "le maire" was. Als geslagen honden maakten we rechtsomkeert, zonder nog een blik op het middeleeuwse stadje te werpen.
Foto

Rare vleugeltjes heeft deze vogel

Maar niets hield ons tegen om de volgende dag een ander bezienswaardig dorp te bezoeken: Alet-les-bains. In het plaatselijke office du tourisme kregen we waarlijk een plannetje met bijbehorende uitleg in de handen gestopt. Dat trof, want voor een zoektocht zijn wij altijd te vinden. Toen we op het verlaten marktplein van Ales-les-bains aankwamen, lazen we tot onze grote verbazing in de brochure dat de beruchte Michel de Nostredame, beter gekend als Nostradamus, als kind in een van de vakwerkhuizen zou gewoond hebben. Straf, en nog straffer: de man had zijn eigen dood voorspeld.
  En de volgende dag reden we weer vrolijk naar nog een historisch dorp: Lagrasse. Jammer genoeg zijn veel dorpjes in de Aude verbonden met D-wegen; de D van derderangsweg. Zeker met onze motorhome hadden we daar echt niets verloren. Maar de volhouder wint: twee uur later en amper 48 km verder bereikten we het dorpje dat onze verwachtingen wel inloste.
  Op de laatste dag van onze vakantie in Limoux trokken we onze stoute schoenen aan en reden opnieuw richting Rennes-le-Château, hopend dat de boze maire niet nogmaals ons pad zou kruisen. We parkeerden onze motorhome netjes op de daarvoor voorziene parking en genoten van het bezoek aan het stadje waar Bérenger Saunière heeft geleefd en gewoond, een onbekende, vrije priester die missen gaf vanuit zijn huis.
  Maar zijn naam gaat de geschiedenis in als de priester die bij restauratiewerken in de kerk, gewijd aan Maria Magdalena, een schat in een tombe zou hebben gevonden. Na die vondst leefde hij op grote voet en hij weigerde de bisschop zijn boekhouding te tonen. Zijn meid erfde alles, en ook zij kwam niets te kort. Toen zij aan een beroerte stierf nam ze het geheim van Bérenger Saunière mee in het graf. Vele jaren later maakte Dan Brown in zijn boek De Da Vinci Code dankbaar gebruik van het geheimzinnige personage. Aan het graf van Saunière dacht ik: en als hij "ze" nu eens echt heeft gevonden? De Graal had hem blijkbaar meer opgeleverd dan enkel een mooi verhaal.

En voor de lezers die me maar een watje vinden omdat ik iemand geloof die zegt dat hij de burgemeester is: ik heb op het internet le maire de Rennes-le-Château opgezocht, en op de eerste foto die tevoorschijn kwam, herkende ik hem onmiddellijk.

2017

Roc Amadour and roll

Foto Wie de uitzending van Radio Gaga over Lourdes heeft gezien, hoeft dit tekstje niet te lezen, hoewel hij dan mijn bijgedragen bemerkingen nooit te weten zal komen. Zeker is dat hij door enkel de uitzending te zien, zo paf als ik zal gestaan hebben van de geloofsbelijdenis die sommige mensen afleggen. Ik vermoed dat er niet voldoende negatieve elementen mijn leven binnensijpelen, want anders zou ik zeker ook de weg naar het grootste bedevaartoord van Frankrijk hebben gevonden. Pas op, ik ben er al geweest, als toerist. Ik heb er geen verschijning gehad, maar ik was er wel getuige van ongelooflijk grote devotie.
  Als ik je vertel dat een blinde vrouw haar man in zijn rolstoel voortduwt, die op zijn beurt richting geeft aan haar leven, wat zeg je dan? Dat de liefde groots is, nog meer in kwade dan goede dagen. Als ik je vertel dat een man en een vrouw een dankwoord komen brengen omdat ze na 47 jaar gescheiden te zijn geweest, elkaar hebben teruggevonden, wat is je reactie dan? Dan zou je kunnen zeggen dat dit nog niet zo bijzonder is. Maar de reden van de scheiding is dat wel: de vader van de man verbood destijds met de vrouw om te gaan omdat ze twee gehandicapte broers had; hun kindjes zouden de ziekte misschien kunnen overerven. Een wijze afweging die je als vader kunt maken, maar ze wekt zeer zeker geen sympathie op.
  Het strafste van alles vind ik nog de man die niet voor zichzelf naar Lourdes gaat maar dat doet voor mensen die de reis niet meer aankunnen. Hij laat hen een brief schrijven met hun wensen erin. Vervolgens steekt hij die brieven in een schoudertas en gaat hij voor de camera van de grot staan. Thuis kijken de mensen op het afgesproken uur via het internet naar de grot, herkennen de man met de schoudertas en beleven zo het bezoek op afstand mee. De stralen van Maria schijnen over het hele wereldse web door tot in België. Het is iets wat elke oergod gewild zou hebben.
  Het zijn een voor een straffe verhalen die een ongelovige zoals ik op het puntje van zijn stoel doen zitten. Hoe vindt een regisseur onderwerpen die de kijker zo kunnen raken? Wellicht werd hij geholpen door medewerkers die hun job als researcher eer aan wilden doen. En dan komt bij mij al snel de gedachte boven dat alles minutieus in scène is gezet, net zoals alle andere werkelijkheidssoepen op tv. Maar gelukkig doet dat niets af aan de goede ziel van de ware mens.
Foto

's Mens geloof is groot geschapen

Je voelt aan dat ik niet goed weet wat ik ermee aan moet. Gelovig zijn is mooi, en toch zegt een stemmetje in mij dat ik ook zonder dat geloof kan, als ik maar gezond en rijk ben, dan lukt alles wel min of meer. Of niet. Het lijkt me logisch dat rijke, zieke mensen eveneens op bedevaart gaan. Ach, geloof is iets persoonlijks. Je doet ermee wat je wilt. Vult het je leven aan dan is het goed. Maar dan heb ik toch mijn bedenkingen als de interviewer van Radio Gaga meermaals de opmerking krijgt: we zien elkaar in de hemel terug, als die tenminste bestaat, bijvoorbeeld van een man die zijn overleden vrouw al twintig jaar mist. Een gelovig mens zou niet mogen twijfelen.
  Ten slotte wil ik nog even kwijt dat ik op vakantie in de Périgord Noir het tweede grootste bedevaartsoord van Frankrijk bezocht heb: Rocamadour. Het verhaal achter Sint-Amadour ken ik niet, maar de rots waar zijn intacte lijk in de twaalfde eeuw werd teruggevonden is een trekpleister voor menigeen. Ik heb er geen taferelen à la Lourdes gezien, maar er waren wel mensen die baden en er niet de toerist wilden uithangen zoals ik. Ik heb er vooral de bouwkunst van onze voorvaderen bewonderd. Hoe ze het klaargekregen hebben om een klooster tegen de flank van een berg, en erin, te bouwen, is een staaltje van menselijk kunnen, zonder hulp van God.

2016

Met z'n allen op een bol

Foto Ik zit niet in de put. Ook niet in een midlifecrisis, want die heb ik al overleefd ergens tussen 2000 en 2005. Gelukkig kwam ik toen mijn vriendin tegen en alles zag er in een wip weer rooskleurig uit. Nu, tien jaar later, is mijn wereldbeeld drastisch veranderd en ik ben er niet meer zo zeker van of de moderniteit van 2016 me nog aanspreekt of me inspireert tot het verrichten van grootse daden.
  Ik heb hobby's genoeg, maar ik ben in feite met niets passioneel bezig. Ik ben niet neerslachtig of zo, ik zie het nog wel zitten, maar echt leuk vind ik het niet meer. Hoe komt dat? vraag je je misschien af. Wel, ik ben op onderzoek uitgegaan en kwam tot een belangrijke bevinding: ik heb het ouderdomssyndroom. Normaal is een syndroom een complex van ziekteverschijnselen waarvan de oorzaak onbekend is. Zo erg is het nu ook weer niet. Met het syndroom waar ik momenteel aan lijd krijgt elk persoon na zijn 55ste in mindere of meerdere mate te maken. Er zijn uitzonderingen natuurlijk, want genoeg mensen doen na die leeftijd nog de moeite om iets te presteren, bijvoorbeeld president worden.
  Nu ik erover nadenk herken ik mijn ziektebeeld in dat van mijn vader toen hij mijn leeftijd had. 81 jaar lang hebben we zijn verjaardag op 28 september gevierd. Die datum zal nooit uit mijn geheugen gewist kunnen worden en elk jaar zie ik hem op die dag voor mijn geestesoog: hoe hij in zijn hobbykamer als bekend stekskesman met zijn luciferetiketten bezig is, hoe hij door zijn tuin loopt en iedereen vriendelijk vraagt om het pas gemaaide gras niet te betreden, hoe hij in zijn zetel voor de tv ligt te slapen en wakker schiet als iemand de zender verandert. Een ingetogen, goedhartig man.
  Sinds 2011 herdenk ik hem op zijn sterfdatum: 9 november. Het was geen leuke dag, maar ik herinner me de morgen van 10 november nog heel goed. De natuurelementen zorgden voor een gepast decor in een wereld waaruit mijn pa ineens was verdwenen: mist. Sindsdien vergelijk ik zijn daden met die van mij, zoek ik verbanden tussen zijn en mijn karaktertrekken, merk ik overeenkomsten op tussen zijn en mijn filosofische kijk op de wereld, herken ik mijn onwilligheid om mee te lopen met de technologische- en emotionele vooruitgang van de mensheid die met rasse schreden naar een toekomst ijlt die onmogelijk te voorspellen is.
Foto

Het leven is als een kerstbal vol pralines,
je weet nooit wat je krijgt als je er niet in kijkt

Ik merk het op mijn werk én thuis: computertoestanden ga ik liever uit de weg. Ik heb mijn leven lang met computers gewerkt, maar nu zit ik liever op een tuinstoel een boek te lezen. Mijn smartphone is leuk. Hij brengt me dichter bij de mensen, maar echt sociaal maakt hij mij nu ook weer niet. Als ik stilsta bij wat ik ermee doe, doe ik het niet meer. En dan bedoel ik niet telefoneren maar alle apps waarmee ik mijn leven danig kan organiseren dat ik me op den duur een volger voel van een weirde sekte.
  Ik hoop dat ik zal genezen van dat ouderdomssyndroom, net als ik de midlifecrisis heb opgelost, maar één ding is zeker: samen zullen we moeten verhoeden dat we vervallen tot een onzinnig leven. Zo zonder kinderen zal dat moeilijk zijn, maar mijn trouwe huisgenote is er zeker van dat de schepper het goed met ons voor heeft. En omdat zij dat gelooft, geloof ik haar. Toch wil ik nog één bedenking maken: in India gaan ouden van dagen in Benares wonen om zeker te zijn dat hun lijk aan de oevers van de Ganges zal verbrand worden waardoor hun ziel rechtstreeks naar het paradijs opstijgt in plaats van over te gaan naar een volgend zinloos mensenleven.
  In 1977 zong Tol Hansse zichzelf in de on-vergetelheid met een treffend liedje waarvan je hiernaast mijn eigen versie kunt lezen. Veel plezier hier.

2015

Het is (niet) alle dagen kermis

Foto Ik kan me niet meer herinneren of ik als kind heel graag naar de kermis ging. Wellicht trok me de kraam met de eendjes aan, want de ukjes van vandaag lijken nog steeds met plezier ernaar te hengelen. Botsauto's en rupsen spraken me als puber of adolescent niet aan, ik schoot liever met het karabijn op gipsen pijltjes, want dat kon ik goed. De spullen die ik won hadden echter nooit de waarde die de kogeltjes me gekost hadden. Ik hield er enkel wat souvenirs aan over.
  Vroeger was kermis nog meer een familiefeest dan nu. Mijn ouders nodigden grootouders, ooms en tantes met hun kinderen uit en gingen na de koffie slenterend de kramen af. De kermis in een dorp als Kinrooi heeft nooit veel voorgesteld, een vijftiental attracties voor groot en klein, dat was het. Maar ook de kermis in de grote stad waar ik studeerde, Hasselt, kon me niet bekoren. Het geld groeide niet op de rug van mijn ouders noch op die van mezelf. Ik gaf mijn geld liever aan andere bezigheden uit, bijvoorbeeld lezen door boeken te kopen, hoewel velen dat als onbenullig zien. Op latere leeftijd liet ik de foor ook links liggen, maar één keer per jaar werd ik uitgenodigd als geldschieter en kregen de kinderen van mijn broer iets voor hun kermis, geld om te verteren dus. Dan durfde ik zelf weleens munten over de afgrond te schuiven en was het pusher kansspel mijn favoriete kraam.
  De kermis was oorspronkelijk een jaarmarkt om de wijding van de parochiekerk te herdenken, een kerkmis dus, maar het religieuze aspect van het gebeuren is vervaagd tot helemaal verdwenen. In sommige dorpen houden ze nog processies en Vlaamse kermissen; low budget volksfeesten met drank, versnaperingen, muziek en dans. Maar meestal gaat het erom de kassa te spijzen, en omdat foorkramers niet achter willen blijven doen ze alle moeite om van de kermis een pretpark te maken. We kunnen er tollen naar hartenlust, rondzwieren in een ton, weerzinwekkend steil naar beneden duiken of met een katapult het luchtruim inschieten. Van het ballen gooien naar de achtbaan, dat is leuk. Als we maar brood en spelen krijgen, zijn we tevreden. De prijs is dan even bijzaak.
Foto

4 jaar na pa's heengaan ziet ma licht in de duisternis

De kleine kermis doet me denken aan de dolgedraaide kermis in het groot: de carrousel van het leven. Alles wordt duurder terwijl niets nog waarde heeft, geen authenticiteit, nep. Ondernemers sjoemelen om hun producten aan ons, de niets vermoedende consumenten, kwijt te raken. Vroeger was er nog het vakmanschap. De trots van de makers zorgde voor kunstwerken waarnaar we nu nog steeds opkijken. Met de moderne dingen van onze wegwerpmaatschappij hoeven we straks de antiekbeurzen niet af te schuimen. Nu bepaalt het aantal hits van een filmpje op het internet of iemand iets kan.
  Wat duur is, is nog niet per se goed. Apparaten gaan maar een tijdje mee, en als ze stuk zijn kopen we weer nieuwe, terwijl we de technieken hebben om duurzame toestellen te maken. Prijzige diensten hoeven ook geen gegarandeerd tevreden gevoel te geven. Meer en meer kopen we online en hebben we maar een vaag idee van wat we zullen ontvangen, zelfs zonder garantie. Maar de doorsnee webwinkel heeft daar geen problemen mee, die stort gewoon het geld weer terug. Nog beter, we betalen niet meer op voorhand, we betalen pas als we het goed goed bevonden hebben. En de rest sturen we terug op kosten van de ondernemer.
  Ook de computerindustrie houdt niet op met nieuwe spullen te fabriceren waarmee we thuis en onderweg onze eigen kermis kunnen houden. Iedereen rent zich rot om toch maar de allernieuwste games en sociale media-apps te hebben. Vooral jongeren happen gretig toe. Als oudere wil ik niet meer in de tredmolen meedraaien. Ik heb er genoeg van. Ik beweeg geen hemel en aarde meer om virtueel de adrenaline in mijn bloedbanen te voelen stuwen. Ik zou nog liever in de hel zitten, want daar vieren ze kermis als het regent, de zon schijnt én de straat droog is. Nooit dus.

2014

Playing God

Foto Ik heb een groot deel van mijn leven moeilijk te krijgen gespeeld. Het vrouwelijke geslacht zal zich afgevraagd hebben wat me bezielde om hun leden zomaar af te zweren, maar dat deed ik om veiligheidsredenen. Ik trok een muur rond me op om duidelijk te maken dat ik niemand nodig had, want dan zou mij ook niemand kunnen kwetsen.
  En toen kruisten onze levenspaden. Zij speelde de rol van het mooiste meisje in engelenstad alsof die op haar lijf geschreven was. Ik deed een held na in de vorm van een gevallen engel, maar ik was ook de schrijver die op het strand vliegerde in de hoop de vrouw die voor poolster speelde te imponeren met zijn weergaloos toneelspel.
  Mijn vriendin hapte toe en een halfjaar later stelde ze voor om bij haar te komen wonen. Dat deed ik zonder lang na te denken, want ik wilde voor één keer geen spelbreker zijn. We voelden ons sterren in een Bie-movie. Ik speelde de rijke stinkerd of de minnaar bij uitstek. Zij was zichzelf, zij acteerde niet en ik tuinde erin. Ze gaf toe dat ik nu en dan de rol van een klootzak met bravoure speelde.
Foto

Mijn ravisante vriendin in opperste devotie

Sindsdien bespelen we elkaar als muziekinstrumenten, noem ons viool en gitaar. Zij is in haar nopjes omdat ik het klaarspeel de achtergrondruis van de big bang voor haar te visualiseren. Op haar beurt is zij een enorme hulp voor mij als schrijver en ze krijgt van mij tien voor taal. Onze rollenspellen draaien niet altijd uit op vreugde en pret. Op moeilijke momenten ben ik haar klaagmuur en zorgt zij honderd procent voor mijn gemoedsrust.
  Spelenderwijs vraag ik haar regelmatig ten huwelijk ook al weet ik dat het te laat is. Spelende kinderen zouden ons huis danig kunnen opvrolijken, maar we willen onze genen niet meer uitspelen. Zonder hen gaat echter de essentie van het leven min of meer aan ons voorbij.
  Gelukkig zijn wij niet alleen verantwoordelijk voor de voortplanting. Van God hebben alle mensen scheppingskracht gekregen. Hij heeft er echter geen rekening mee gehouden dat we het heel ver zouden schoppen en nu dreigen we Hem van de troon te stoten. Op alle gebieden steken we Hem naar de kroon. Maar we spelen met vuur. We zetten de biologische systemen een voor een naar onze hand tot de koning mat is. GAME OVER. Hoog tijd voor A NEW GAME.

2013

Fluister

Foto In de zomer zit ik niet graag in een minder klasse trein die tegen 120 km/u door het Belgische landschap zoeft. Het kabaal dat ik moet trotseren omdat een heleboel raampjes ter verkoeling open staan, is oorverdovend. Bij aankomst in Brussel word ik op de koop toe in een bad van gonzende geruchten gedoopt. Mijn motorhome bezit geen airco en bij snikheet weer ervaar ik het geruis van de wind door de open ramen als noodzakelijk kwaad. Als ik een hond hoor blaffen, raak ik gegarandeerd geënerveerd. Ik kook als tuiniers in de buurt snoeien met zingende zagen en bouwvakkers drillen en boren om doof te worden. Bovendien hoor ik boven alles uit het bloed in de banen ter hoogte van mijn oren suizen.
  Elk geluid dat ik hoor wil ik situeren. Als ik de bron ken, kan ik een manier zoeken om de ongewilde klanken uit mijn ervaringswereld te bannen. Ook al is het gehoor noodzakelijk voor het welzijn van de mens, ik leg een zanger die een onuitstaanbaar liedje zingt het zwijgen op door de volumeknop omlaag te draaien of de radio af te zetten. Katten in paringstijd verdrijf ik van mijn grondgebied door er een oude schoen of twee naar te gooien. Ik probeer te allen tijde op een spirituele manier afstand te scheppen tussen mijn innerlijke wereld en de buitenwereld, maar er zijn situaties waarin dat onmogelijk is. Voorbijrazende auto's en vliegtuigen, kermisattracties, burenruzies en alarmbellen waar niemand op reageert. Ze maken mijn leven hels. Daar moet ik mee leren leven, of oordoppen insteken.
Foto

Weerbarstige groeten uit Koksijde

Ik heb schrik als het ontweert. Niet van de donder maar van de bliksem ook al is het de bliksem die dondert. Aan dat oergeluid lever ik me nu en dan over en ik ben altijd blij als de bui voorbij drijft zonder mijn huis of dat van een ander te vernielen. Het verre geluid van een installatie die dagenlang een paal in de grond heit, kan mijn aandacht voor belangrijke dingen doen verslappen. Aan woedende grasmaaiers en joelende kinderen van buren, absurde ringtones van would-be aardbewoners en muzak in allerlei winkelcentra heb ik een hekel. Kuchen en hoesten staan op mijn te-mijdenlijstje, niet alleen vanwege de veroorzaakte decibels maar ook om de besmettelijkheid der bacillen. Dingen die druppelen als een lekkende kraan en muggen die ziften zijn een pest. De wekker verfoei ik zondermeer.
  Als ik ervan uit ga dat God ervoor zorgt dat iedereen zich in de hemel op aarde waant, mag ik hopen dat Hij er alles aan doet om onze gehoorgangen niet te teisteren met klanknabootsende geboden. Als ik de god in mijn kop mag geloven zal ik evenwichtig blijven door luidende klokken, fluitende vogels, lachende kinderen en smakkende kussen van mijn dierbaren.
  Wetenschappers spelen het klaar de achtergrondruis van het heelal te visualiseren. Ik absorbeer overbodige geluiden met mijn autistische vermogen. Als onomatopoëtische woorden mijn brein behameren, neemt mijn fantasie het roer over en worden geluiden droombeelden. Misschien valt het maatschappelijk leven gedeeltelijk of volledig stil als iedereen zich zo dwaas als ik gaat gedragen. Daarom vraag ik elkeen zich in te spannen om samen een stillere maar luisterrijke wereld te creëren. Leef je in en vraag je voortdurend af of je bezigheid anderen kan storen. Is dat zo? Overdrijf dan niet.
  Ik heb me voorgenomen me niet meer uit mijn lood te laten slaan door oncontroleerbare geluidsbronnen en concentreer me op leukere geluiden. Ik laat me hypnotiseren door het pruttelende koffiezetapparaat. Ik ervaar de branding van de zee, het ritselen van bladeren en de roffelende regen op het afdak als natuurboeken. Bovenal houd ik van de stem van mijn trouwe huisgenote. Zij weet dat ik graag schrijf en het getokkel op mijn toetsenbord brengt rust in huis. Alleen weet ik nog geen raad met het spinnen van een kat, want ik zie liever honden. Of het gekrijs van een pasgeborene, want die moet ik zondermeer welkom heten in deze wonderwereld.

2012

Leve de gemeente

Foto Toen ik per fiets van de brug over de spoorweg in Hasselt naar beneden suisde, zag ik het zoveelste aanplakbord voor de verkiezingen van de gemeenteraad staan. In een flits had ik beide personen herkend en vond het straf dat mijn brein dat zo snel kan, wetende dat een doorsneemens zich slechts op één ding tegelijk kan concentreren. Je aandacht over twee dingen spreiden brengt je gegarandeerd in de problemen. En ik kan het weten, want ik ben pas met de fiets op een bedje van afgevallen kastanjes onderuit gegaan omdat ik te fors remde terwijl ik een plastic olifant uit de Elephantparade bewonderde.
  Alleen de koppen van de te kiezen personen had ik bekeken. Rechts stond een sympathieke man met kort, grijs haar afgebeeld. Ik heb er ooit op gestemd, maar ik heb hem nooit ontmoet. Ik ken hem omdat mijn broer hem kent, en mijn broer kent veel mensen omdat hij in de verkiezingsdrukte meedoet; zijn vrouw trouwens ook. En de vrouw naast de man? Die kende ik. Maar was zij het wel? Zo volwassen, zo lieftallig en zo mooi?
  Ondertussen was ik in volle vaart het bord voorbijgereden. Ik ging in de remmen, keerde me om en fietste terug. Tot mijn niet meer zo grote verbazing bevestigde de achternaam van het meisje die onderaan het bord prijkte mijn vermoeden. Ik had ooit een doopselreportage voor haar papa gemaakt, een ex-collega waarmee ik regelmatig naar het Magazijn ging om een laat avondmaal te nuttigen of onze problemen te verdrinken. Ik heb hem al enkele jaren niet meer gezien en zijn huis in de veldstraat is verkocht, dus ik ben zijn levenspad kwijt. Ik zou hem kunnen zoeken via facebook, want die sociale website gaat diep en je kunt er veel “vrienden” mee opsporen. De reden van de verhuizing ken ik niet, maar ik wil mijn vroegere kameraad heel veel gezinsgeluk op een andere plek wensen.
  De schone op het bord is nu twintig, maar ik heb haar gekend toen ze vijf was. Ik kan me voorstellen dat ze nog groen als gras is, maar het lijkt erop dat haar vader haar zo goed heeft opgevoed dat ze al weet wat de noden van de mensen zijn. Zij heeft zich opgedaan voor de verkiezingen zoals we dat in het dialect zeggen. Met een mooi geschminkt gezichtje en krullend haar staart ze de kiezer aan en ik kan er verdomme haar vader in herkennen; de genen kruipen waar ze niet kunnen gaan.
Foto

Hond bekijkt man

Wanneer ik naar ma in Kinrooi rijd, of naar schoonma in Gelinden, langs kronkelende wegen en plattelandsdorpjes, dan zoeven allerlei aangeplakte gezichten op gelijkaardige borden voorbij van mensen die de kiezers proberen te overtuigen op hen te stemmen. Ze torsen een kind of een hond, hebben hun beste pak of jurkje aangetrokken en glimlachen naar de lens, vurig hopend dat je je hun nummer en lijst herinnert wanneer je in het kieshokje staat te wikken en te wegen.
  Heel wat mensen interesseren zich helemaal niet in politiek maar hebben wel commentaar op wat er gerealiseerd wordt. Zij spuien voortdurend kritiek over de gang van zaken in hun gemeente en over het bestuur van het land. En toch is er zoveel wil om iets te veranderen. Het is niet te geloven hoeveel inzet er in de gemeenschap is om alles in goede banen te willen leiden. Het aantal aanplakborden langs de weg zegt genoeg. Iedereen mag zijn stem laten horen, maar slechts enkelen zullen verkozen worden, met wat geluk, een duwtje van de familie of door vriendjespolitiek. Zij zullen ervoor zorgen dat de kiezers waar voor hun geld krijgen. Dat je het naar je zin hebt in je gemeente, er graag woont en er ook wil blijven.

Terug naar boven

Foto










Sitemap            Geschriften            Gemoederen            Gedichten
Familie              Geledingen              Gefotoshopt             Huberts Weirdo's

Foto Foto


© EYGEN-BOEKEN.be     Online sinds 25/05/2012       Alle rechten voorbehouden
Versie 12.08        Page update 29/09/2024