Papa komt slapen wanneer de vogeltjes fluiten
Als kale man begrijp ik niet dat een negen jaar jongere vrouw met stralende lach op me kon vallen. Verliefd zijn is niet zo moeilijk, wel gewend raken aan elkaars gewoonten. Nu ik me uitgebalanceerd voel, kan ik ons verhaal vertellen.
Onze chemie werkt en een kind opvoeden zou geen problemen scheppen, alleen zijn we elkaar iets te laat in ons leven tegen het lijf gelopen. Ik stel me voor dat het adopteren van een kind wel eens een grote duik in het niets zou kunnen zijn. Alle koppels met kinderwens zijn hierbij gewaarschuwd.
In het mausoleum van Napoleon te Parijs meent een pleegkind zichzelf op een wandtapijt te herkennen. En een hardnekkige droom over een paars licht en fluitende vogels maakt haar onzeker over haar verleden. In Clervaux, tijdens de begrafenismis van een tante van haar pleegvader, raakt ze helemaal van de kaart wanneer ze haar tweelingzus herkent in het meisje dat voorleest.
De zoektocht naar het kind brengt haar achtereenvolgens naar de abdij van Clervaux, het kasteel van Neuerburg en een pakhuis niet ver daarvandaan, waar ze niet alleen de betekenis van haar paarse droom te weten komt maar ook de moordenaar van haar ouders.
Fragment:
De avond voor ze weer terug naar huis zouden rijden, liepen Han en Gie arm in arm door de tuin naar de achterdeur van de abdij. Roos zat op de kamer van Udo en was creatief bezig of luisterde naar zijn verhalen over de aarde, zijn bewoners en het uitgestrekte heelal eromheen.
Het was 21u46 en het viel op dat enkele vogeltjes naar hartelust floten, alsof de ochtend gloorde.
‘Par l’oiseau le foret chante, par l’oiseau dansent les eaux, tout ce qui chante ou qui danse à l’âme d’un oiseau,’ zei Gie.
Han keek hem verbaasd aan en vroeg:
‘Heb je dat zelf verzonnen?’
‘Nee, een zekere Armand Bernier, een creatieve Belg.’
‘Het is een mooie zin.’
‘Dat vind ik ook, daarom heb ik hem vanbuiten geleerd.’
Toen ze bijna aan de ingang waren, zagen ze tot hun grote verbazing een gestalte op de stenen zuil van de poort zitten, in het licht van de vollemaan en de sterren. Op de rechterschouder van die persoon zat een vogel. Een duif of een kauw? Het kon ook een merel zijn.
‘Roos?’ riep Han.
De vogel vloog op. Het meisje schrok hevig en viel bijna van de zuil. Mistslierten palmden de abdij in.
© EYGEN-BOEKEN.be
Online sinds 25/05/2012
Alle rechten voorbehouden
Versie 12.08
Page update 24/07/2024