Hemelsbreed
Heel lang geleden vroeg ik me af of ik een vrouw zover zou krijgen om met mij in de boot te stappen. En zoals verliefden meestal liefdesbrieven naar hun allerliefste sturen, zo probeerde ik mijn liefdesuitingen in gedichten te gieten. Het resultaat zou je rijmelarij kunnen noemen, want aan het aantal blauwtjes die ik heb gelopen te oordelen, was mijn dichtkunst niet fameus.
Toch goot ik in 2000 mijn zielenroerselen in dichtvorm en bundelde ze in Spiegelzone. Mijn moeder las het boekje en was erdoor verrast. Mijn schoonzus vond mijn gedichten zonder meer leuk. Ten einde raad legde ik ze mijn broer voor, want hij publiceert poëzie in zijn tijdschrift van en voor rare kwasten. Zijn verdict kwam hard aan. Ik kon me beter toeleggen op proza, misschien lukte dat wel, ooit. Hubert hanteert namelijk het vrije vers. Voor hem moet een gedicht niet rijmen, hij heeft zelfs liever dat het dat niet doet. Het gewone woord verheffen tot poëzie, dat is zijn doel.
Dichten is aartsmoeilijk als ik niets van het onderwerp afweet. Het zijn de kleine details die ik moet kennen om tot een samenspel
van zinnige en onzinnige woorden te komen. Ik zie het dichten als zingen in mijn eentje, in bad bijvoorbeeld. Niemand hoort me en toch is er die hoop dat mijn gezang via de buizen van mijn huis tot bij de buren geraakt, waar mijn lied in resonantie komt met eensgezinde breinen.
Veel plezier met deze hekel-, treur- en kreupeldichten van 1992 tot 2002.
Fragment:
Mensenwensen
Wees vrolijk, zalig en blij, leer het kind het spel spelen,
maar vergeet vooral niet de hemel in te schieten
en heelhuids terug te keren.
© EYGEN-BOEKEN.be
Online sinds 25/05/2012
Alle rechten voorbehouden
Versie 12.08
Page update 24/07/2024